Applicatie-Engineer

Functiefamilie
ICT (Ontwikkeling)
Referentiefunctie
Applicatie-Engineer
Inschaling
G
Bijbehorende functiecontext
E-F-G

Positie van de functie in de organisatie
Werkt onder leiding van de Manager ICT.

Doel van de functie
Ten behoeve van de gebruikersorganisatie ontwikkelen en onderhouden van IT-applicaties om deze toepassingen zo goed mogelijk te laten werken binnen de bestaande of nieuw te bouwen automatiseringssystemen van de organisatie.

Typering van de activiteiten
A. Applicatie ontwikkeling

  1. Levert een bijdrage aan het ontwikkeltraject in samenwerking met de Manager ICT en eventueel in samenwerking met een externe organisatie.
  2. Stelt op basis van de opdrachtomschrijving het (project)plan op.
  3. Levert bijdragen aan het functioneel ontwerp en stelt in detail het technisch ontwerp op.
  4. Spreekt het ontwerp met de Manager ICT door en verwerkt eventuele aanpassingen.
  5. Voert op basis van het geaccordeerde ontwerp de programmeerwerkzaamheden uit.
  6. Installeert de applicatie in een afgeschermde omgeving en test zorgvuldig (alle onderdelen van) de applicatie; brengt zo nodig verbeteringen aan.
  7. Stelt de geteste en goedgekeurde applicatie ter beschikking aan de gebruikersorganisatie en biedt, indien gewenst, ondersteuning aan medewerkers over het gebruik van de toepassing.

B. Applicatiebeheer

  1. Onderhoudt en beheert de bestaande applicaties.
  2. Beheert de applicatiegegevens en stelt gebruiks- en onderhoudshandleidingen op.
  3. Stelt het applicatiehandboek op en beheert de applicatiedocumentatie.
  4. Voert verschillende testen uit en stelt vast wat mogelijke aanpassingen moeten zijn.
  5. Past applicaties aan op basis van (organisatie)wensen en behoeften.
  6. Voert programmeerwerkzaamheden uit.

C. Algemene ondersteuning

  1. Inventariseert de wensen van gebruikers(groepen) en werkt voorstellen uit hoe de bestaande of nieuw te ontwikkelen applicaties het best aan deze wensen tegemoet kunnen worden.
  2. Adviseert en ondersteunt de Manager ICT vanuit de eigen expertise.
  3. Fungeert als centraal aanspreekpunt voor applicatiegebruik.
  4. Neemt deel aan project- en werkgroepen op IT-gebied binnen de organisatie.

Complexiteit
De functie is gericht op het ontwikkelen van nieuwe en het verbeteren van bestaande applicaties naast het verzorgen van het onderhoud en beheer van de IT-applicaties van de organisatie. De Applicatie Engineer houdt zich in dit kader bezig met applicatieontwerp, informatieanalyse, functioneel en technisch beheer van applicaties, het programmeren en testen ervan, opstellen van gebruiks- en onderhoudshandleidingen en bieden van ondersteuning aan gebruikers. De functionaris heeft ook een adviserende rol richting de Manager ICT en schakelt gemiddeld regelmatig om tussen de diverse deelactiviteiten. Accuratesse is vrijwel de gehele werktijd vereist bij het merendeel van de deelactiviteiten. Tijddwang kan voorkomen als gevolg van het afhandelen van spoedeisende opdrachten, het werken met deadlines en bij storingen.

De kennis dient naar aard en niveau gelijkwaardig te zijn aan MBO-4, aangevuld met cursussen en/of trainingen met een gemiddelde studielast van 4 jaar. Kennis van de interne organisatie en bedrijfseigen procedures is van belang. Dient bij te blijven op het vakgebied.

Zelfstandigheid
De Applicatie Engineer deelt de eigen tijd in rondom de gemaakte (project)afspraken, vaste overlegmomenten en zich aandienende zaken; bepaalt hieromtrent doorgaans zelf de urgentie en prioriteiten. De vormgeving en aanpak van de werkzaamheden worden ingekaderd door de in de organisatie aanwezige hard- en software en door de gebruikerseisen en -wensen. Analytisch inzicht, gedegen automatiseringskennis en goede communicatieve vaardigheden zijn vereist om de wensen van de gebruikers te kunnen begrijpen en te vertalen naar een realiseerbare IT-oplossing. Toezicht is indirect en vindt plaats via overleg met de Manager ICT, die in complexe situaties geraadpleegd kan worden. De te maken keuzen betreffen vooral de voortgang en kwaliteit van het eigen werk in relatie tot de wensen van de gebruikers en de aanwezige hard- en software. Heeft een adviserende rol richting de Manager ICT.

Heeft intern contact met in principe alle gebruikers gericht op het achterhalen van de informatiebehoeften, het beantwoorden van vragen en het bieden van ondersteuning in het leren omgaan met nieuwe of aangepaste applicaties. Deze contacten zijn van belang voor de continuïteit in applicatieontwikkeling en -beheer. Bij een aantal van deze contacten zijn inlevingsvermogen en overtuigingskracht vereist.

Afbreukrisico
Heeft met enige regelmaat extern contact met leveranciers en samenwerkingspartners gericht op het inwinnen van informatie en afstemmen over de mogelijkheden van (nieuwe) programmatuur. Deze contacten zijn van belang voor het realiseren van goedwerkende applicaties.

Fouten en/of onzorgvuldigheden in de advisering van de Manager ICT en in de uitvoering van de werkzaamheden kunnen leiden tot verkeerde keuzes op het gebied van IT, verkeerd of suboptimaal ontworpen applicaties, inefficiënt gebruik van systemen, onvolledige of onjuiste systemen. De fouten op systeemtechnisch gebied kunnen worden ontdekt door testen. De kans op tijdig ontdekken en herstellen berust vooral op zelfcontrole, controle door gebruikers en de Manager ICT.

Geheimhouding is vereist ten aanzien van vertrouwelijke bedrijfsgegevens en gevoelige informatie in de ICT-systemen.

Fysieke aspecten
Werkt onder kantooromstandigheden. Werkt een groot deel van de tijd achter een beeldscherm.


Functiecontext van de referentiefunctie
De Applicatie-Engineer komt voor in hoofdkantoren en regiokantoren. De Applicatie-Engineer levert een bijdrage aan de ontwikkeling van ICT-toepassingen, in het bijzonder applicatieontwerp, en beheert deze. Ondersteunt en adviseert de ICT-Manager, is aanspreekpunt voor diverse medewerkers over het (dagelijks) gebruik van ICT-systemen, inventariseert wensen en klachten van gebruikers en stelt verbeteringen voor. Alternatieve functienamen kunnen bijvoorbeeld Applicatieontwerper of Software Engineer zijn.

Toepassingsregels

LichterAls de bedrijfsfunctie duidelijk lichter is dan deze referentiefunctie, deel dan de eigen bedrijfsfunctie een functiegroep lager in. Bijvoorbeeld als de bedrijfsfunctie meer aansturing en begeleiding nodig heeft of slechts enkele werkzaamheden van de referentiefunctie uitvoert. Bijvoorbeeld als de bedrijfsfunctie gericht is op programmeren op basis van gegeven technische ontwerpen en het aanpassen van (onderdelen van) bestaande applicaties.F
GelijkAls de eigen bedrijfsfunctie min of meer gelijk is aan de referentiefunctie, deel dan de bedrijfsfunctie in dezelfde functiegroep in.G
ZwaarderAls de bedrijfsfunctie duidelijk zwaarder is dan deze referentiefunctie, deel dan de eigen bedrijfsfunctie een functiegroep hoger in. Bijvoorbeeld als de bedrijfsfunctie weinig aansturing behoeft, alle werkzaamheden uit de referentiefunctie beheerst en in principe uit kan voeren maar feitelijk een veel groter aandeel in de bedrijfsvoering toegewezen heeft gekregen. Bijvoorbeeld als de bedrijfsfunctie zich meer richt op (deel)systemen dan alleen op de afzonderlijke applicaties.H